Verwarm de oven voor op 180 graden Celsius, boven- en onderwarmte.
Voorzie de bakvorm van een paar druppels water en leg hier het vel bakpapier overheen. Op deze manier blijft het bakpapier beter zitten.
Bestrooi je werkblad en deegroller licht met bloem om plakken te voorkomen.
Vorm het deeg vóór het uitrollen al zoveel mogelijk in een rechthoek, dit met je handen of een deegschraper.
Rol het deeg met een deegroller uit tot een rechthoekige lap van ongeveer 1 cm dik. Begin vanuit het midden en rol naar boven en beneden, dan naar links en rechts. Draai het deeg af en toe zodat het niet vast blijft plakken aan het werkblad en ook helpt dit de vorm behouden.
Verdeel de vulling gelijkmatig over het deeg met een lepel en laat hierbij een rand van 1-2 cm vrij, zodat de vulling er niet uitloopt bij het oprollen. Wanneer je de rozijnen wil toevoegen aan dit recept, dan kun je deze nu over de vulling verdelen.
Rol het deeg op over de lange zijde.
Verwijder een klein stukje van de zijkanten van de rol voor rechte plakken.
Snijd de rol deeg vervolgens in 9 gelijke stukken.
Plaats de 9 kaneelbroodjes plat in de met bakpapier beklede bakvorm.
Bak de kaneelbroodjes in 25-30 minuten af.